Meester Deshimaru gebruikte het woord satori, het ontwaken, zeer dikwijls. Sinds zijn overlijden in 1982 is men in onze sangha ermee gestopt met dit woord te gebruiken. Men dacht dat men mushotoku, geen resultaat willen nastreven, moest zijn.
In zen zoeken we niet achter satori. Ik denk dat dit misschien een fout is en dat we misschien moeten beginnen te zoeken naar satori. Ik weet niet dat we dit zullen vinden maar we moeten ernaar streven want deze beoefening van het ontwaken, deze interesse dat we moeten hebben om het ontwaken te manifesteren, is centraal in het boeddhisme en zeker in zen.
In sommige zen scholen is deze zoektocht naar satori echter ongezond geworden. Zij hebben satori gelijkgesteld aan de Heilige Graal die gevonden moet worden, het ultieme doel. In soto zen is onze aanpak veel meer vredevol en is satori niet ver en onbereikbaar maar trachten we de realiteit van het ontwaken in het hart van onze dagelijkse beoefening te brengen. Waar is satori in onze dagelijkse beoefening?
Zen is een praktijk van ontwaken, het is het hart van zen, zonder ontwaken is er geen zen. Satori is geen resultaat, het is een praktijk. Meester Dogen zei: shu sho ichin yo: praktijk en ontwaken zijn één.
Satori wordt verklaard door de kanji = Japans teken, kaku, wat betekent terug wakker worden en dit kan in zeer verschillende vormen zijn: tijdens zazen zijn we dikwijls aan het dromen, we worden voortdurend meegesleept door onze mentale beslommeringen, gedachtepatronen. Telkens bestaat onze beoefening erin om bewust te worden dat we meegesleept worden door onze gedachten en dan zo snel mogelijk deze los te laten en terugkomen naar het lichaam, naar onze houding. Dit ontwaken uit onze dromen is een uiting van satori.
Dit alles is ontwaken uit kleine dromen maar de grote droom is die van ons karma, de droom van onze eigen realiteit, de droom van onze wereld waarin we leven.
Een ander dieper ontwaken is het ontwaken tot het niet zelf, het is realiseren dat er geen ik is, geen ik zoals we dit ons voorstellen: een stabiel, autonoom, onafhankelijk ik.
Meester Olivier Reigen Wang-Genh