Aan niets denken is Chan (Zen).
Als je het eenmaal weet, loop, sta, zit of strek, is alles wat je doet, Chan.
Te weten dat de geest leeg is, is de Boeddha zien.
De Boeddhas van de Tien Richtingen hebben geen verstand.
Het niet-geest zien is de Boeddha zien.
Om jezelf op te geven zonder spijt is de grootste liefdadigheid.
Beweging en stilte overstappen is het ultieme van meditatie.
Stervelingen stoppen niet met bewegen, en de arhats (wijze mannen) blijven stil.
Maar de hoogste meditaties overstijgt zowel stervelingen als arhats.
Degenen die zo’n begrip krijgen bevrijd zich moeiteloos van alle verschijningen en genezen elke ziekte zonder behandeling.
Zo is de kracht van big Chan.
Je verstand gebruiken om naar de realiteit te zoeken is onwetendheid.
De geest niet gebruiken om naar de realiteit te zoeken is kennis. Jezelf bevrijden van woorden is bevrijding. Om zonder stof van sensatie te blijven is om in de Dharma te blijven.
Leven en dood overstijgen is thuis verlaten.
Niet nog een bestaan lijden is de Weg bereiken.
Niet onwetendheid creëren is verlichting.
Niet vasthouden aan onwetendheid is wijsheid.
Niet-affectie is nirvana.
Het niet-verschijning van de geest is de andere kant.
Als je onwetend bent, bestaat deze kust.
Maar als je wakker wordt, houdt het op te bestaan.
Sterfelingen wonen aan deze oever, maar degenen die het grootste van alle voertuigen ontdekken, zijn noch op dit noch op dat.
Ze zijn in staat om aan beide kanten te leven.
Wie de andere kant anders ziet dan deze begrijpt de Chan niet.
Onwetendheid betekent sterfelijkheid.
En kennis betekent wijsheid.
Ze zijn niet hetzelfde en ze zijn ook niet verschillend.
Maar mensen kunnen onderscheid maken tussen onwetendheid en kennis. Als we onwetend zijn, is er een wereld om te ontsnappen. Als we bij bewustzijn zijn, kun je nergens ontsnappen.
Preek op het ontwaken (extract)
Introductie van Chan-Zen-boeddhisme in China
Bodhidharma Ed. Caïro – 2012