Tijdens zazen zijn we dikwijls bezig met onze normale dagdagelijkse mentale activiteit aan het verder te zetten. We zijn aan het denken, aan het dromen. We gaan voortdurend van gedachte naar gedachte, droombeeld naar droombeeld. We onderhouden ons gewone bewustzijn.
Het is niet dit dat we tijdens zazen moeten doen. Wat moeten we dan wel doen?
Meester Dogen heeft nooit gezegd dit moeten we doen en dat moeten we doen. Hij sprak steeds in negatieve bewoordingen. ‘Doe dit niet’. Bijvoorbeeld: ‘onderhoud je zorgen van dit moment niet’.
We komen allen naar de dojo met onze wereld van dit moment, met ons karma, de energieën waarin we de afgelopen weken waren. Onze zorgen, onze problemen van allerlei aard, persoonlijke, professionele, familiale, geldproblemen, problemen met mensen, conflicten. We hebben allen dit soorten zorgen, dit alles is wat we zijn op dit moment.
Dogen zei: ‘onderhoud deze zaken niet die voortdurend weerkeren’. Zeker tijdens zazen hebben we in zekere zin niet anders te doen dan aan dit alles te denken. Veel mensen zijn in dit continuüm van gedachten. Dus daarom zei Dogen: ‘stop hiermee! Telkenmale er dingen verschijnen doe dan de moeite om ze snel te begrijpen en dan los te laten!’
Laat ze los zoals je jouw hand opent. Hou je hand niet dicht, open het.
De hand van ons mentale blijft zich dicht doen. In het boeddhisme noemen we dit het grijpen naar iets, door iets vastgegrepen te worden. Dit grijpen is de bron van al ons lijden.
Al ons ongenoegen, onze huidige interne toestand, dit is ons grijpen, de bron van ons lijden. Dus we moeten echt deze inspanning leveren en de reflex van ons te openen, te onthechten te creëren. De reflex om te grijpen is zeer sterk. We zijn zeer hard getraind in het grijpen, we zijn sterk hierin.
We moeten dus deze energie omkeren, we moeten leren loslaten. Het is echt een inspanning. Niet éénmaal maar zoveel keer dat nodig is. T.t.z. heel de tijd.
Meester Olivier Wangh Genh