De stroom van ons persoonlijk bewustzijn van al onze innerlijke activiteit is van een formidabele kracht. Steeds weer wordt je tijdens zazen bewust van de gedachten waarin je betrokken bent, hun waarde, hun belang, hun diepte, wat hun kwaliteiten ook zijn, goed of slecht, mooi of lelijk. Laat ze meteen vallen alsof je een voorwerp met je hand laat vallen.
Grijpen, onze mentale greep, werkt net als een hand. Hij sluit maar kan ook open. Observeer tijdens zazen goed wat het betekent om los te laten. Wat het betekent om los te laten. Keer elke keer terug naar het lichaam. Het lichaam is je baken. Het lichaam, de houding, de adem, de zintuigen, dit is de goede richting.
Dus herhaal, herhaal, herhaal dit loslaten, dit terugkeren naar wat aanwezig is. Terugkomen op de adem, de ademhaling begeleiden door het hele lichaam, en vooral in de buik, is zowel zo eenvoudig als zo voor de hand liggend. Ons leven is daar. Ons bewustzijn is er.
Tijdens zazen kunnen we spreken van innerlijke vloeibaarheid. Alles verschijnt, alles verdwijnt… alles stroomt… niets stagneert. Een metafoor die vaak wordt gebruikt om te praten over mentale activiteit, innerlijke activiteit, is die van ijs. IJs is niets anders dan water, maar water dat bevriest, dat hard wordt. Alle identificatie van het zelf met de innerlijke activiteit, die we toe-eigening noemen, is het water dat ijs wordt als een verstijving, een stop, een invloed. Als deze activiteit van het zelf afneemt, smelt het ijs, dat is natuurlijk. Als ijs in de zon.
Of het nu verbale gedachten zijn geformuleerd met woorden, zinnen, een onderwerp, een werkwoord, een object, hetzij in de vorm van mentale beelden of emoties met bijbehorend commentaar, stemming, gevoel, de gemoedstoestand, de innerlijke toestand, alles verschijnt, alles kan verschijnen en alles stroomt.
Keer terug naar het lichaam. De aanwezigheid van het lichaam is ons baken.
Meester Olivier Wang-Genh