In het zen onderricht benadrukken wij veel de concentratie, en in het bijzonder de concentratie op de houding van het lichaam en op de ademhaling. Deze concentratie creëert de nodige omstandigheden om te ontwaken. Maar deze omstandigheden zijn niet voldoende. De concentratie op de lichaamshouding en op de ademhaling helpt om zich te onthechten, van zijn gedachten, van de mentale constructies. Dit helpt dus om de geest te verhelderen, en laat de agitatie toe om te bezinken en de geest om helder te worden door van modus te veranderen, en door niets te volgen en niets te verwerpen. Dit stelt het bewustzijn in staat om hishyrio te worden, voorbij elk denken, voorbij elke mentale constructie, door dit alles los te laten.
Dit stelt de geest in staat om ‘lichtend’, stralend te worden, sho in shoken. Sho betekent ‘verlichten’ , ‘doen stralen’. Maar ken is ook even belangrijk. Ken betekent ‘zien’. Shoken betekent dus helder zien. Het is pas als onze visie shoken, een heldere visie, wordt, dat onze zazen beoefening een beoefening van ontwaken wordt.
Wat het helder inzien belemmert is de gehechtheid aan verkeerde concepten, overtuigingen over de beoefening. Dit is wat Meester Menzan onder andere aankaart : illusies over de beoefening die het ware Boeddha ontwaken verhinderen, en die maken dat men vele jaren kan beoefenen en er toch naast zijn.
Eén van deze illusies is van te denken dat men de ‘drie vergiften’ , hebzucht, onwetendheid en haat, helemaal moet elimineren. Want Menzan zegt dat dit onmogelijk is.
Indien u daarenboven meent dat u dit moet doen, dan verhindert u zichzelf om het ontwaken waarlijk te realiseren. Dit kan eigenaardig en zelfs revolterend overkomen, want we hebben de gewoonte van te zeggen dat het nirvana het uitdoven is van de drie vergiften van hebzucht, onwetendheid en haat, en dat het heil, door de Boeddha voorgesteld nu juist dit is.
Het los laten van de drie vergiften wil niet noodzakelijkerwijze zeggen deze ongedaan maken, maar eenvoudigweg van ze volledig onschadelijk te maken. Ze willen verwijderen creëert een nieuwe gehechtheid, door een dualistische attitude die er in bestaat constant te bestrijden wat men meent een vergif te zijn. Want de geest die bestrijdt is zelf vergiftigd door zijn dualistische houding, en gehecht aan een zeker idee van zuiverheid, als zijnde leegte, ijlte, afwezigheid, afwezigheid van fenomenen, afwezigheid van gedachten, afwezigheid van emoties.
Dit is zoals een boeddha van marmer te willen worden. Dit is uiteraard niet de zin van onze beoefening. We moeten de drie vergiften onschadelijk maken zonder er ons noodzakelijk van af te scheiden. En in ieder geval leggen we ook de belofte af om in de wereld te blijven waar de menselijke passies blijven bestaan. In contact met hen moeten we shoken beoefenen, de heldere visie, dit betekent de visie van de leegte die deze vergiften zijn, de leegte van het ego die ze aanmaakt en de leegte van de objecten die het naloopt of verwerpt.
Dit is exact wat wij in de Hannya Shingyo zingen als we hem reciteren, en waarvan we de diepe betekenis niet altijd begrijpen.
Indien we echt shoken, de juiste observatie, beoefenen, waarvan Meester Deshimaru zei dat het even onontbeerlijk is als de concentratie, dan kunnen we constant onze eigen illusies belichten. Dit is was Dogen het ontwaken van de Boeddha noemde: de illusie belichten, want als ze verlicht wordt ze onschadelijk, dan kan ze ons niet meer hechten, ons meesleuren, onze geest conditioneren, ons doen ageren. Ze verschijnt, wordt opgemerkt voor wat ze is, en we laten ze voorbij gaan.
Het is op deze manier dat de geest waarlijk bevrijd wordt, bevrijd wel degelijk van de haat van illusie, onreinheid, van de vergiften, omdat hij er niet aan plakt maar het tevens ook niet verwerpt.
Dit is de reden waarom Meester Menzan dingen zegt die compleet paradoxaal kunnen lijken, wanneer hij bij voorbeeld zegt dat de drie vergiften niet verschillen van het lichaam van de dharma van de Boeddha. Dit betekent uiteraard niet dat een boeddha zijn zou betekenen bewogen te zijn door deze drie vergiften, maar een boeddha er de leegte helemaal van inziet.
Dit stelt in staat om naar de wereld van samsara terug te keren – wat voor ons vaak betekent terugkeren naar onze families en professionele activiteiten, de sociale wereld, zonder al te veel beïnvloed te worden door de moeilijkheden die we er tegenkomen. Zonder de illusies van de wereld te haten, er zich ook niet door laten verleiden, maar handelen met mededogen en wijsheid, om er beetje de klaarheid te introduceren die we in zazen ervaren hebben, en op deze manier alle wezens te helpen die worstelen met de moeilijkheden die verbonden zijn met hun gehechtheden.
Dit is wat alle boddhisattva’s beloven te beoefenen en te realiseren en dat ik aan elk van jullie toewens te blijven beleven, actualiseren, zonder een scheiding te maken tussen de eigen zazen beoefening en het dagelijkse leven, tussen zichzelf en de anderen.
Kusen van Roland Yuno Rech – Gendronnière, mei 2010